Themabrief Weer en Klimaat

Themabrief Weer en Klimaat

Weer en klimaat

Afgelopen week zijn we gestart met ons nieuwe thema: Weer en Klimaat.

We gaan rond dit thema weer allerlei leuke en interessante vak-ateliers en keuze-ateliers aanbieden, waarin de leerlingen van alles leren over verschillende typenweer, de verschillende klimaten en klimaatverandering en de vier seizoenen en alles wat daarbij komt kijken.

Gezamenlijk zijn we op donderdag gestart met het thema. Een opening in de aula, waarbij juf Rea onze weervrouw was. Ze liet ons zien welke verschillende weertypen er nu allemaal voorkomen in ons Nederland. Met veel informatie en wat humor kwam regen, vrieskou, hitte, wisselvallig weer, storm en, niet te vergeten, mist voorbij. Een leuke inkijk in weer en alles wat daarbij komt kijken.

Tijdens dit thema gaan de groepen ½ aan de slag met voornamelijk het weer en de vier seizoenen. We gaan kijken naar de overgangen van de seizoenen en verdiepen ons voornamelijk in het seizoen: Herfst. Daarnaast gaan we ook kijken naar verschillende weertypen en wat we daarbij nodig hebben.

De groepen 3/4 gaan aan de slag met het gebied aardrijkskunde. We leren over het klimaat en het weer in Nederland en we gaan in op de vier seizoenen. Ook leren we over hoe een weerbericht nu eigenlijk in elkaar steekt en wat daar allemaal bij komt kijken.

De groepen 5/6 gaan aan de slag met de gebieden aardrijkskunde en techniek. We gaan aan de slag met weerkaarten, ontdekken wat een meteoroloog doet en verdiepen ons in de klimaten. Ook gaan we een weerinstrument maken en deze presenteren aan de klas.

De groepen 7/8 werken aan de gebieden aardrijkskunde, biologie en techniek. Hierbij verdiepen we ons in de klimaten in de wereld, flora en fauna die bij deze klimaten komen kijken, en denken we na over hoe de wereld en de klimaten eruitzien in de toekomst. We verdiepen ons in de seizoenen en de effecten die de seizoenen hebben op de natuur. En ook in deze groep gaan we zelf een weerinstrument ontwikkelen en presenteren aan de groep. Maar wij gaan hierbij niet alleen bedenken hoe dit instrument werkt op aarde, maar ook op andere planeten.

Al met al gaan we weer veel leuke dingen doen en onze kennis van weer en klimaat vergroten!

 

Doelen per groep

Doelen groep ½

Met de groepen ½ gaan we aan de slag met allerlei doelen. In het thema werken aan veel verschillende doelen voor taal, motoriek, rekenen en SEO (sociaal emotionele ontwikkeling). We gaan onder andere aan de slag met de vier seizoenen en verschillende weertypen. Hierbij denken we ook nog aan de dagen van de week en woorden zoals vanmorgen, gisteren etc. We leren woorden die bij de seizoenen zoals herfst komen kijken. Ook sluit de kinderboeken week dit jaar mooi aan bij ons thema en gaan we mooie verhalen horen en zien. Daarnaast blijven we ook werken aan vaardigheden zoals luisteren, versjes van meer dan vier regels kunnen onthouden en nazeggen etc. Maar ook doelen zoals jassen dichtmaken, knippen enz.

Doelen groep 3/4

Aardrijkskunde: Kennis

  • De leerlingen weten welke seizoenen er zijn en welke kenmerken bij de verschillende seizoenen horen.
  • De leerlingen weten hoe seizoenen ontstaan en kunnen dit uitleggen aan een ander.
  • De leerlingen weten wat het verschil is tussen weer en klimaat.
  • De leerlingen weten welk klimaat we in Nederland hebben.
  • De leerlingen kunnen minstens vier verschillende klimaten opnoemen.
  • De leerlingen weten waar wind vandaan komt.
  • De leerlingen weten dat er in een weerbericht vier aspecten van het weer aan bod komen: de temperatuur, de regen, de wind en de bewolking.

Vaardigheden

  • De leerlingen maken een boekje, waarin de seizoenen met de verschillende kenmerken te zien zijn.
  • De leerlingen maken bij één klimaatsoort een tekening met wasco, waarop kenmerken van het klimaat te zien zijn.
  • De leerlingen maken zelf een instrument om het weer te meten.
  • De leerlingen kunnen een weerbericht maken en presenteren.

Doelen groep 5/6

  • De leerling kan weerkaarten lezen.
  • De leerling weet hoe meteorologen het weer meten.
  • De leerling weet hoe wind ontstaat en wat dit met hoge- en lagedrukgebieden te maken heeft.
  • De leerling kan nieuwe kennis onthouden door aantekeningen te maken in de vorm van een woordweb.
  • De leerling weet hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
  • De leerling kan zelf een weerinstrument maken in een groepje van 4.
  • De leerling kan zelf metingen verrichten en instrumenten goed aflezen.
  • De leerling kan een weerbericht voorbereiden in een groepje van 4 waarin wordt uitgelegd:
    • Hoe zijn of haar zelfgemaakte weerinstrument werkt.
    • Hoe het weeronderdeel op andere planeten werkt.
  • De leerling kan een presentatie voorbereiden op een informatieposter of met PowerPoint.
  • De leerling kan een weerbericht presenteren waarin wordt uitgelegd:
    • Hoe het zelfgemaakte weerinstrument werkt.
    • Hoe het weeronderdeel op andere planeten werkt.
  • De leerling weet hoe alle andere weerinstrumenten werken, waarvoor ze dienen en wat de link naar andere planeten is.

Doelen groep 7/8

Aardrijkskunde

  • De leerling weet wat het verschil is tussen weer en klimaat.
  • De leerling weet dat een klimaat de gemiddelde weertoestand in een land of streek is over een langere periode, 30 jaar.
  • De leerling schrijft het weerbericht in onze klimaatzone in de toekomst.
  • De leerling weet welke verschillende klimaatzones er zijn.
  • De leerling kan de klimaatzones aangeven op de wereldkaart
  • De leerling kan kenmerken van verschillende klimaten en bijbehorende landschappen, flora en fauna benoemen.
  • De leerling maakt een poster over mijn klimaat en laat zien waar dit klimaat is, de flora en fauna, 3 kenmerken klimaat, overtuigt anderen om hiernaartoe op vakantie te gaan.

Biologie

  • De leerling weet dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, de seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.
  • De leerling kent de verschillende seizoenen en hun bijbehorende eigenschappen, zoals temperatuur, dieren en planten. (Winterslaap, het trekken van vogels, bladeren vallen van de bomen etc.).
  • De leerling weet dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, de seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.
  • De leerling weet welke dieren een winterslaap houden.
  • De leerling kan een aantal verschillende manieren noemen, waarop dieren overleven in de winter (naar het zuiden trekken, voedselvoorraad aanleggen, in winterslaap gaan, een dikke vacht krijgen).
  • De leerling weet waarom vogels trekken en ik kan minimaal 3 soorten trekvogels noemen.
  • De leerling weet dat planten voor groei en ontwikkeling voedsel, water, licht en warmte nodig hebben.
  • De leerling weet wat de functie is van wortel, stengel en blad.
  • De leerling kent het proces van fotosynthese.

Techniek

  • De leerling kan weerkaarten lezen.
  • De leerling weet hoe meteorologen het weer meten.
  • De leerling weet hoe wind ontstaat en wat dit met hoge- en lagedrukgebieden te maken heeft.
  • De leerling kan nieuwe kennis onthouden door aantekeningen te maken in de vorm van een woordweb.
  • De leerling weet hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
  • De leerling kan zelf een weerinstrument maken in een groepje van 4.
  • De leerling kan zelf metingen verrichten en instrumenten goed aflezen.
  • De leerling kan een weerbericht voorbereiden in een groepje van 4 waarin wordt uitgelegd:
    • Hoe mijn zelfgemaakte weerinstrument werkt.
    • Hoe het weeronderdeel op andere planeten werkt.
  • De leerling kan een presentatie voorbereiden op een informatieposter of met PowerPoint.
  • De leerling kan een weerbericht presenteren waarin wordt uitgelegd:
    • Hoe mijn zelfgemaakte weerinstrument werkt.
    • Hoe het weeronderdeel op andere planeten werkt.
  • De leerling weet hoe alle andere weerinstrumenten werken, waarvoor ze dienen en wat de link naar andere planeten is.
« Terug naar overzicht